De Rijn vormde eeuwenlang de noordelijke grens – limes – van het Romeinse Rijk. Een tweede natuurlijke grens werd in het westen gevormd door de Noordzee. De langdurige aanwezigheid van Romeinen in het kustgebied heeft veel en bijzondere sporen in de bodem achtergelaten.
Daarbij valt te denken aan de meest noordelijke Romeinse vlootbasis bij Velsen of de tempel gewijd aan de inheemse godin Nehalennia bij het Zeeuwse Colijnsplaat en aan wie kooplieden uit dank voor een behouden zeevaart altaarstenen schonken. De Romeinen stichtten ook nieuwe nederzettingen zoals Forum Hadriani, het huidige Voorburg. Stroomopwaarts op de Rijn zijn veel scheepswrakken teruggevonden, zoals in de nabijheid van de Romeinse forten Zwammerdam en De Meern. Deze en andere forten speelden een belangrijke rol bij de grensbewaking, maar vormden ook de springplank voor de invasie van de Britse eilanden. In het kustgebied ontwikkelde zich ook een levendige handel. Enerzijds met andere Romeinse provincies, maar ook met de Friezen ten noorden van de rijksgrens.
Vanaf vrijdag 1 april tot en met 25 september 2016 brengt het Rijksmuseum van Oudheden de Romeinse Noordzeekust in beeld in de tentoonstelling Romeinse Kust. Het is voor het eerst dat de Noordzeekust in de Romeinse tijd het onderwerp voor een tentoonstelling vormt. De tentoonstelling heeft de vorm gekregen van een strandwandeling van Texel naar Zeeland. Daarbij worden vondsten getoond uit de collectie van het RMO, van archeologische depots van de kustprovincies en van het Römisch-Germanisches Zentral Museum in Mainz.
De tentoonstelling is het resultaat van veel recent archeologisch onderzoek langs de kust, maar ook van de uitwerking en publicatie van bijna vergeten opgravingen, die veelal in het kader van het Odyssee-project alsnog konden worden onderzocht.