Nederlanders gaan in de regel prat op hun talenkennis. En toch kregen in de zestiger jaren de in Tokyo verschenen boeken uit de Japanse War History Series over de Tweede Wereldoorlog niet meteen de aandacht die ze verdienden. Inmiddels zijn twee delen over de aanval van Japan op het voormalig Nederlands-Indië in het Engels vertaald en recent met enige publiciteit in Nederland bekend geworden. De vertaling is te danken aan de Corts Foundation, een stichting die geschiedenis- en archiefprojecten uitvoert die betrekking hebben op de geschiedenis van het huidige Indonesië, met speciale aandacht voor de tijd van de VOC, de Tweede Wereldoorlog en de dekolonisatie. Op de website van de stichting zijn de beide publicaties gratis te downloaden en staat een helder verslag te lezen van de boekpresentatie van het tweede deel, op 24 september 2018 in Leiden: https://www.cortsfoundation.org/nl/nieuws/142-september-2018-publicatie-tweede-senshi-sosho-deel .
Het eerste deel, getiteld ‘The Invasion of the Dutch East Indies’, verscheen in het Japans in Tokyo in 1967, het tweede deel,’ The Operations of the Navy in the Dutch East Indies and the Bay of Bengal’, in 1969. Een beperking van de boeken is dat ze zich vooral baseren op Japanse militaire bronnen en er niet systematisch is gezocht naar aanvullende informatie van de gealliëerden. Maar desalniettemin is de hoeveelheid informatie die geboden wordt bijzonder interessant, bijvoorbeeld vanwege de uitvoerige evaluaties achteraf. De aanval op Zuidoost-Azië was op korte termijn dan wel een groot succes, maar de Japanse behoefte aan olie kon er niet definitief door worden opgelost. Daar zorgden de aanvallen van Amerikaanse onderzeeërs wel voor. De grote verliezen die zij de Japanse koopvaardijvloot konden toebrengen waren mede te wijten aan de veronachtzaming van onderzeebootbestrijding door de Japanse marine zelf. Uit de evaluaties blijkt dat de technici die zich met sonar bezig hielden zich in 1942 door collega’s uit andere dienstvakken weinig gewaardeerd voelden. Dat werkte demotiverend en leverde op den duur ook slecht werk op. Waar de Japanners overigens in uitblonken was hun grote aanpassingsvermogen en flexibiliteit bij militaire operaties.
Van een heel andere orde is de digitale heruitgave van het oorlogsdagboek van Uilke Brolsma, een scheepsmachinist uit Wijnaldum die op tankers voer. Van augustus 1939 tot september 1944 deed hij verslag van zijn belevenissen, waarbij hij vaak ternauwernood de dans ontsprong. Hier geen objectief betoog van iemand uit de marinestaf, maar een verhaal van iemand die zijn emoties en gedachten zonder schroom aan het papier toevertrouwde. Er zit een hiaat in het dagboek tussen oktober 1939 en december 1941. Het dagboek pakt de dag na de aanval op Pearl Harbour de draad weer op, maar dan is het meteen goed raak. De Japanners veroverden stormenderhand het schiereiland Malakka en bombardeerden dagelijks de schepen en de havens. Het Chinese riviertankertje Ho Kwang, waar Brolsma op gestationeerd was, was het laatste schip dat uit Penang ontsnapte. Het was ook de laatste tanker die de Britse vlootbasis Singapore bevoorraadde, kort voordat het “Gibraltar van het Oosten” capituleerde. Nog geen twee weken later was de Slag in de Javazee voorbij en daarmee het lot van Indië bezegeld. De Ho Kwang ontsnapte naar Colombo. Het eiland werd gebombardeerd door de Jappen, maar niet veroverd. Het dagboek beschrijft deze dramatische episode op pakkende wijze. De wanhoop, maar ook de aanvankelijke animositeit tegenover de Britten, die het verwijt krijgen niet genoeg meegevochten te hebben, zijn authentiek onder woorden gebracht. Ook de zorgen om de familie thuis. Pas in oktober 1945 kon Brolsma afmonsteren en naar huis terug keren. Zijn zoon, Jolco Brolsma, gaf in 1995 het dagboek van zijn vader in een kleine oplage uit, maar stelt het dagboek oorlog op zee boek nu gratis beschikbaar voor geïnteresseerden. Een prachtig initiatief!