Een grote groep maritieme historici, vrijwilligers en geinteresseerden verzamelde zich op vrijdag 31 januari in Campus Fryslân te Leeuwarden voor het symposium Tien Jaar Sonttolregisters Online (STRO). De bijeenkomst vormde de afsluiting van een monsterproject en bood onder andere gelegenheid om ideeёn voor de toekomst te tonen.
Met maar liefst 1,8 miljoen doorvaarten in de periode 1497-1857 vormen de Sonttolregisters een unieke en bijzonder interessante bron waarmee onderzoek gedaan kan worden naar de handel in het Oostzeegebied. Vrijwel alle schepen die in deze periode door de Sont –de zeestraat tussen Zweden en Denemarken- voeren, moesten tol betalen en werden daarmee in de registers geregistreerd. Met name in de achttiende eeuw werd een groot deel van de handel van de Republiek met het Oostzeegebied verzorgd door Friese schippers. Dat was voor Siem van der Woude van het Fries historisch en letterkundig centrum Tresoar een belangrijke reden om samen met Jan Willem Veluwenkamp (Rijksuniversiteit Groningen) en anderen een project op te zetten met als doel de digitale invoer van alle registraties in de Sonttolregisters. Een grote groep medewerkers van een sociale werkplaats besteedde jaren aan de invoer van deze gegevens; later werd het project overgenomen door een groep van circa vijftig vrijwilligers.
De waarde van vrijwilligers bij de digitalisering van historische bronnen werd onder andere benadrukt door Ida Nijenhuis (senior-onderzoeker bij Huygens ING). Zij liet in haar lezing de ontwikkeling zien van het analoge via het hybride naar het digitale tijdperk; een ontwikkeling die grote gevolgen had voor het beschikbaar stellen van historische bronnen. Werden eerst nog analoge transcripties en samenvattingen van bronnen gemaakt, tegenwoordig lukt het steeds beter om automatisch digitale transcripties te maken van oude handschriften. Maar zelfs bij een foutmarge van een paar procent blijven vrijwilligers van grote waarde om fouten te corrigeren en de foutmarge nog kleiner te maken. Daarnaast verhoogt het de betrokkenheid van het publiek bij wetenschappelijk onderzoek en draagt het zo bij aan valorisatie.
Dat het Sonttolproject veel mogelijkheden voor toekomstige projecten kan bieden, liet Hanno Brand (Rijksuniversiteit Groningen) zien. Zo zouden bepaalde krantenberichten aan de Sonttoldatabase gekoppeld kunnen worden. In veel kranten werden scheepstijdingen vermeld en veilingen van scheepsparten. Ook andere bronnen, zoals het Amsterdamse notarieel archief en het Hindeloper Scheepsboek Hempenius, kunnen de gegevens uit de Sonttolregisters mooi aanvullen. Dat geldt eveneens voor informatie over scheepswrakken. Dit kan nieuw licht schijnen op het belang van Nederlandse/Friese havens in het Vroegmoderne handelsnetwerk en daarmee bijvoorbeeld de ‘sense of place’ van de huidige bewoners in die plaatsen verhogen.
Aan de hand van een aantal voorbeelden toonde Jan Willem Veluwenkamp vervolgens hoe de Sonttolregisters al door diverse historici gebruikt zijn als instrument om tal van interessante onderzoeksvragen te beantwoorden, bijvoorbeeld over de verhouding tussen de verhouding tussen de westwaartse en oostwaartse vaart door de Sont, over de opkomst van bepaalde handelsplaatsen in bepaalde periodes en over de houthandel naar Spanje en Portugal in het kader van de scheepsbouw voor de overzeese expansie van die landen.
Waar Veluwenkamp vooral het belang van de Sonttolregisters voor macro-historisch onderzoek aantoonde, liet Arne Solli (Universiteit Bergen) zien hoe de combinatie met micro-geschiedenis ook tot nieuwe inzichten kan leiden. Hij koppelde informatie uit een Noors briefkopieboek aan informatie uit de Sonttolregisters en genealogische gegevens en liet daarmee de rol van schipper Ole Krag zien als verbindende factor in een familie/handelsnetwerk in het Oostzeegebied.
Met de afsluiting van het project Sonttolregisters Online zullen de gegevens van de database overgedragen worden aan Huygens ING. Jelle van Lottum liet als laatste spreker zien welke mogelijkheden er in de toekomst zijn om de gegevens te koppelen aan andere digitale bronnen. De koppeling van bronnen als de Prize Papers, de soldijboeken van de VOC en genealogische informatie uit Wiewaswie en Allefriezen levert nu al interessante nieuwe inzichten op, bijvoorbeeld over de sociale mobiliteit van arbeidsmigranten in de Republiek in de Vroegmoderne Tijd. De data uit de Sonttolregisters kan hier een mooie aanvulling op zijn. Het koppelen van data blijft echter een tijdrovende klus en de hulp van vrijwilligers is daarbij onontbeerlijk.
Als symbolische overdracht van STRO naar Huygens ING werd tot slot een RuG-pen uitgereikt aan Lex Heerma van Voss (directeur Huygens ING).