Onlangs verscheen het najaarsnummer van het Tijdschrift voor Zeegeschiedenis. Dit nummer van het Tijdschrift voor Zeegeschiedenis bevat verschillende artikelen aangaande schepen en scheepsbouw. Dat is toeval. Victor Enthoven deed onderzoek naar de bouw van walvisvaarders als multipurpose schip. Teer was een essentieel product voor de houten scheepsbouw. Hoe en waar teer werd verkregen en verhandeld, verhaalt Albert van Brakel. In een Engelstalig artikel legt Gijs Rommelse een relatie tussen zelfbeeld, de negatieve stereotype van ‘de ander’ en de juridische conceptualisering van de zee door de Republiek en Engeland tijdens de vier onderlinge oorlogen. Na de introductie van stoomvoortstuwing in de negentiende eeuw namen de rendementen in de zeilvaart af en was de partenrederij als bedrijfsvorm niet meer rendabel. Bram Belder onderzocht de bedrijfsvoering van de scheepsbouwer en reder Jan Smit Czn. De rubriek Op de radar volgt met een kort verhaal over zeelieden met een houten been en actueel nieuws over de herbouw van het schip van Willem Barentsz’ laatste expeditie in 1596. Wie onderzoek doet naar de moderne scheepvaart zal marhisdata (moeten) raadplegen, een website met datagegevens over werven, schepen en hun eigenaars. Ap Bouman schetst de mogelijkheden voor nader onderzoek.
De papieren versie van het tijdschrift is eind mei bij de leden bezorgd. Abonnees die hun e-mailadres hebben doorgegeven bij het secretariaat, hebben ook een bericht ontvangen toen de digitale versie was verschenen. Bent u lid en wilt u, naast de gebruikelijke papieren editie, ook de digitale versie van het Tijdschrift ontvangen? Geef dan snel uw mailadres door aan het secretariaat!
Bent u nog geen lid van de Nederlandse Vereniging voor Zeegeschiedenis? Meld u zich dan vandaag nog aan!